Bloemen

Het is voorjaar. Overal om ons heen komt de natuur tot groei en bloei. Bomen en struiken worden groen. In de tuinen en plantsoenen steken bloemen hun koppen boven de grond uit. Een kleurrijk geheel openbaart zich. Bloemen vertegenwoordigen levenskracht, vreugde en vruchtbaarheid. Ze staan voor schoonheid en zuiverheid.

Bloemen horen erbij. Ze maken deel uit van elke belangrijke gebeurtenis in ons leven: een diploma-uitreiking, een huwelijk, een jubileum, een afscheid op het werk, een kampioenschap.
Die levensmomenten zouden maar kaal zijn zonder een bloemetje. Bloemen zorgen voor een extra dimensie. Door een bos bloemen te geven, drukken we waardering en betrokkenheid uit.
Ook bij ingrijpende perioden als ziekte, tegenslag of een overlijden geven we graag bloemen.
Als een uitdrukking van troost, zorg en meeleven.
En herdenkingen zoals volgende week op 4 mei worden steevast omlijst door bloemen(kransen) als eerbetoon.

Het lot van de meeste bloemen is echter maar van korte duur. Na een week in de vaas, treedt vaak al het verval in. En nog een week later kunnen ze richting de groene bak.
Bloemen zijn dan ook kwetsbaar en breekbaar zoals dat ook het geval is bij mensen. Niet voor niets vergelijkt Psalm 103 de mens met een bloem: “De mens in is als een bloem die bloeit op het veld. En die verdwijnt zodra de wind hem verzengt; de plek waar hij stond kent hem niet meer”. We kennen de mens in zijn mooiheid maar evenzeer in zijn vergankelijkheid.

Niemand minder dan Jezus steekt dan ook de loftrompet op de bloem. “Kijk eens naar de lelies”, zegt hij, “kijk hoe ze groeien. Ze werken en weven niet. Zelfs Salomo in al zijn luister ging niet gekleed als één van hen” (Mat 6. 28 – 29).

Bloemen gaan vanzelf open. Zonder toedoen van de mens. Ze werken niet en toch bloeien ze in al hun veelkleurigheid. En daar kan niemand tegen op.

De bloemen zijn er gewoon ook als de hele wereld in een crisis verkeert.
Ze bieden een stukje geluk in een tijd van grote zorgen.
En ze vormen voor mij het signaal dat God zijn schepping niet vergeet.

BLOEMEN
Ach, heb toch altijd ergens
Een beetje bloemen staan -
Zij doen toch altijd wel even
Een beetje gelukkig aan!

Een stil liedje van kleuren,
Een fijne, blij-mooie tint -
Even een kleine ontroering,
ls de lach van een lief kind.

Alles, alles neemt het leven,
Het laat ons ieder eenmaal berooid -
Maar het geluk van een beetje schoonheid
Dat ontneemt het ons nooit!

C.S. Adama van Scheltema (1877 – 1924)
terug