Staphorst is jaloersmakend

8-11-2020: Het ging eigenlijk best wel goed. Ik vond dat er een opgaande lijn was in het aantal mensen dat sinds 1 juni op zondag naar de kerk kwam. Meerdere keren waren de zestig stoelen zowel in Sittard als in Geleen volgeboekt. We hielden ons aan de afstand, we desinfecteerden onze handen, we hielden onze mond met zingen en vanaf begin oktober droegen we voor en na de kerkdienst mondkapjes.

En toen kwam op zondag 4 oktober Staphorst in het nieuws. En was het afgelopen met ons goede gedrag en moesten we terug naar 30 kerkgangers. Dit is ongeveer het algemene beeld dat we door de kerk in Staphorst zo’n beetje terug bij af zijn. Maar het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames is inmiddels zo hard toegenomen dat we ook zonder “Staphorst” een stap terug hebben moeten doen. 

Over de bewuste kerk in Staphorst is in de media veel gezegd en geschreven. In de regel was dat niet bepaald positief, ook al hield men zich in Staphorst aan de maatregelen en was deze kerk op zich niet in overtreding. Te midden van de vele negatieve uitingen over Staphorst, klonk op 9 oktober ineens een heel ander geluid en dat nog wel in het NRC Handelsblad. Namelijk in een column van Rosanne Hertzberger onder de titel: Staphorst is jaloersmakend. 

Zo schijft ze en ik citeer uit haar column: “Het is makkelijk schelden op streng gereformeerden omdat ze nooit iets terugzeggen. We zagen verslaggevers met microfoons op lange stokken achter vrouwen in lange rokken aanrennen op zoek naar een reactie, maar het bleef stil. Ondertussen buitelde de gehele atheïstische cultuursector op Twitter over elkaar heen om de hypocrisie aan de kaak te stellen en aan te kondigen desnoods een eigen religie op te richten (…). De redenen dat je wel met zijn allen naar de kerk mag en niet naar de kroeg zijn deels praktisch: in de kerk staan ze niet in elkaars oor te tetteren, zijn ze veelal nuchter en over het algemeen weinig aanrakerig (…). Ik schrijf dit in mijn eentje, achter mijn computer. Het is stil in huis. Zo nu en dan wordt er een pakketje bezorgd. Of boodschappen. Mijn buren zitten ook alleen in hun huis, video-bellend. Soms rennen ze een rondje, alleen. Of ze doen de conference call al wandelend door het park, omdat hun lichaam weliswaar nergens meer naartoe hoeft maar hun gewrichten anders vastroesten (….). Ik keek telkens weer naar de beelden van die mensen wandelend naar de kerk, en ik zag ze als het hoogtepunt van menselijkheid in deze crisis. Samen zitten, samen zingen, samenklonteren. In een bubbel met elkaar gewone dingen heilig maken”.

Rosanne Hertzberger benadrukt in haar schrijfsel: de meeste mensen in ons land zijn gedwongen op zichzelf teruggeworpen en op zichzelf aangewezen, in Staphorst daarentegen zoekt men elkaar op door samen te zitten, te zingen en samen te klonteren. Om de gewone dingen heilig te maken. Dat is iets om jaloers op te zijn.

Laat ik duidelijk zijn: Staphorst vertegenwoordigt niet mijn leer en sfeer. En voor de beeldvorming was het ook niet goed wat er in Staphorst gebeurde. Toch staat deze kerk ergens voor. Deze kerk laat zien dat de dagelijkse drukte en de ons bezighoudende beslommeringen niet het laatste woord hebben. Ze toont dat er meer is dan de waan van het moment. En ze straalt uit dat er tijd genomen wordt voor bezinning en rust te midden van alle stemmen en meningen die aandacht van ons vragen.

En is dat niet ook een functie van elke kerk (ook de onze) om zichtbaar te laten zijn waar het echt op aankomt in het leven en in de samenleving? Kerk zijn heeft voor mij te maken met betrokkenheid, aandacht, bezieling, toewijding, presentie, waardering en goedheid. Dat zijn voor mij de waarden waarin Gods liefde voor deze wereld concrete vormen aanneemt. Het zijn waarden die getuigen van menselijkheid in elke crisis en waarop je inderdaad jaloers mag zijn.      Pier Prins

terug