HERFST
Het is november en inmiddels volop herfst. In deze periode wordt de laatste opbrengst van de velden gehaald. De bomen zijn hun vruchten kwijt en worden kaal. Het vee gaat langzamerhand naar de stal. Het regent, het wordt kouder en donkerder. En de activiteiten verplaatsen zich van buiten naar binnen.
De herfst doet me denken aan mijn jeugd in Noord-Friesland met zijn wijde akkers, kale bomen, bietenhopen langs de weg, modderige wegen, mist en her en der een kudde schapen.
’s Morgens vroeg ging ik in het donker de deur uit, op de fiets naar de middelbare school in Dokkum. Als we met een grote groep de stad binnenreden, werd het eindelijk een beetje licht.
De herfst met zijn eigen sfeer, geuren en kleuren is de periode van Allerheiligen en Allerzielen. En van de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Het is de tijd van nadenken over de laatste dingen. Over voleinding en vergankelijkheid. Herfst staat dan ook symbool voor: “de oude dag, de tijd waarin de levenskrachten afnemen” (Van Dale woordenboek).
Toch breng ik de herfst niet in verband met een ondergangsstemming, hoewel sommigen door de almaar durende Coronacrisis dat gevoel langzamerhand wel krijgen. Want in de herfst komt ook de Dankdag voor Gewas en Arbeid elk jaar weer voorbij. Voor velen is danken dit jaar wel lastig nu door de crisis je zoveel uit handen is geslagen.
Maar danken is proberen toch het positieve in het leven te zien. Oog hebben voor lichtpuntjes in het donker. Voor een zonnestraal in mistige dagen.
Danken is het geloof dat niet je overgelaten bent aan jezelf. En dat de Eeuwige je ziet en met je meegaat. En ja de herfst trekt ook altijd weer voorbij en wordt afgewisseld met het komende licht van advent en kerst.
De dichter Jaap Zijlstra (Nieuwe Liedboek, blz. 1195) ondergaat de herfst als volgt:
Met elk blad dat valt,
valt meer licht op de aarde,
komt meer uitzicht vrij.
Met elk blad dat valt,
staan wij scherper getekend,
valt meer hemel ons bij.
Pier Prins
terug